Asielopvang en asielprocedure in tijden van crises: lessen te leren
Het vijfde deel van het blog 'Migratie in tijden van corona'
Asielopvang en asielprocedure in tijden van crises: lessen te leren
Europa, en daarmee ook Nederland, wordt in relatief korte tijd geraakt door verschillende crisissituaties die ook effect hebben op het functioneren van asielsystemen. De overheidsreactie op de coronacrisis is, net als bij andere crises, vooral gericht op de korte termijn en sterk nationaal. Dat kan anders. Laten we lessen trekken uit de crises en een meer structurele aanpak van het asielsysteem mogelijk maken.
Herhaling van zetten in asielcrises
De omvang en aard van asielaanvragen is in grote mate afhankelijk van ontwikkelingen in de wereld. Dat zagen we in 2015-2016, toen de aantallen asielzoekers in Europa en Nederland significant stegen vanwege het voortdurende conflict in Syrië en de doormigratie vanuit de buurlanden. Dat zien we opnieuw in de coronacrisis, waarin grenzen en opvangcentra worden gesloten en asielprocedures worden opgeschort. Het zijn twee verschillende situaties echter met een aantal overeenkomsten: Overheden zijn ook nu niet (voldoende) voorbereid en nemen vooral korte termijn crisismaatregelen. Bovendien zijn die maatregelen vooral nationaal gericht, waardoor dit tot grote verschillen binnen de EU leidt. Op vele plaatsen in de EU is de situatie voor asielzoekers door de corona maatregelen nog nijpender geworden. Ook in Nederland zijn de negatieve effecten zichtbaar. Behalve het opschorten van asielprocedures en het verlengen van de beslistermijn met een half jaar, was de gekozen noodopvang in Zoutkamp met recht een ‘nood’ oplossing omdat deze locatie bedoeld is voor de militairen die op het nabijgelegen oefenterrein werken.
Het is duidelijk dat de ontwikkelingen in de wereld nooit stil staan en er zullen daarom altijd migranten en asielzoekers komen en ook weer gaan. De volgende crisis kondigt zich al aan blijkens de recente noodkreet van het World Food Programme over de dramatische ontwikkelingen qua voedselvoorziening op het Afrikaanse continent en de mogelijke gevolgen die dit kan hebben voor nieuwe vluchtelingensituaties.
Voldoende (buffer)capaciteit
Voortdurend plannen op de ‘just in time’ en ‘just enough’ principes heeft grote nadelen. Door steeds maar te rekenen met de goedkoopste oplossing is het vermogen om met snel veranderende omstandigheden om te kunnen gaan grotendeels verdwenen. Dit maakt Nederland kwetsbaar, ook in het asieldossier. Het is in ieders belang dat asielprocedures niet vastlopen of te lange doorlooptijden kennen, maar op snelle en zorgvuldige wijze duidelijkheid bieden aan de asielzoeker. Een te lange onzekerheid en inactiviteit is schadelijk, niet alleen voor de asielzoeker maar ook voor (het draagvlak in) de samenleving. (ACVZ 2013, WRR e.a. 2015, ACVZ 2017, Vluchtelingenwerk Nederland 2019) Het feit dat er achterstanden ontstaan, ook zonder crisis, is gelegen in een combinatie van beleidskeuzes en bezuinigingsoperaties. Deze aanpak blijft niet zonder gevolgen. De eerder aangekondigde maatregelen om het systeem weer vlot te trekken vereisen structurele buffers bij IND en COA, continuïteit van beleid en een stabiele basisfinanciering van het asielproces.
Lessen trekken uit crisismaatregelen
De beslissing om de asielprocedure op te schorten vanwege de coronacrisis, raakt ook de aanpak van de achterstanden. Nu de asielprocedure op aangepaste wijze voorzichtig weer is opgestart, is de vraag: welke lessen zijn er te trekken zodat in de toekomst opschorting, en daarmee verdere vertraging in het asielproces, niet meer nodig is? In dit verband is het bijvoorbeeld interessant om te kijken hoe de Portugese aanpak, namelijk het verlenen van een tijdelijke verblijfsvergunning aan asielzoekers in procedure, op middellange termijn uitpakt. Maar ook binnen de Nederlandse vreemdelingenketen zijn inmiddels verschillende oplossingen gevonden die mogelijk ook op langere termijn waardevolle lessen kunnen opleveren. Het is bijvoorbeeld gebleken dat het in de asielprocedure lastig, maar niet onmogelijk is om op afstand te werken. Mogelijk kan ook het reguliere proces versneld worden door meer gebruik te maken van nieuw online of geautomatiseerde tools, zoals onbemande registratieloketten. Het gebruik van digitale mogelijkheden zoals videovergaderen of telehoren maakt het proces minder locatie gebonden en dus flexibeler. Een deel van de procedure zou schriftelijk afgehandeld kunnen worden, zeker bij positieve beslissingen en indien voldoende ondersteunende documentatie beschikbaar is. Belangrijk is dan wel dat de werkwijze toegankelijk is in de eigen taal en voldoende gebruiksvriendelijk voor o.a. laaggeletterden.
Een andere optie is te kijken naar kleinschaligere opvangcentra. In Nederland zitten gemiddeld 500 mensen in de 50 asielzoekerscentra die ons land kent. Net als veel EU lidstaten streeft Nederland bewust, vanuit kostenperspectief, naar grootschalige opvangcentra. Voor bescherming van de volksgezondheid en vanuit beheersmatig oogpunt is kleinschalige opvang echter te verkiezen boven grote centra. Er is makkelijker overzicht te houden over wie in en uit gaat; er is minder besmettingsgevaar; en bij een besmetting hoeven minder mensen uit voorzorg in quarantaine.
Meer en snellere Europese samenwerking: durven leren
Opvallend blijft het gebrek aan een geharmoniseerde Europese aanpak, ondanks het bestaande gemeenschappelijk Europese asielkader. Het duurde tot half april 2020 voordat de Europese Commissie met ‘richtsnoeren’ kwam. De EU kan echter op de kortere termijn nog een belangrijke rol spelen, namelijk bij het stimuleren en ondersteunen van de ontwikkeling van innovatieve werkwijzen binnen de asielprocedures- en opvang met behulp van financiële kaders als AMIF en MFF.
Crisissituaties ontstaan nu eenmaal. Daar komen we niet onderuit. De weerbaarheid van de landen in Europa is echter sterk verweven met het vermogen van de EU om met crises om te gaan. Crisisbeheersing valt en staat met de bereidheid van de EU, meer nog dan de lidstaten, om vooruit te denken, plannen te maken, en deze ook te implementeren. Dat betekent voor de langere termijn het (verder) opbouwen van een informatiegestuurd en datagedreven asielbeleid en een helder, geharmoniseerd EU crisismanagementproces. Daarnaast is het van groot belang voldoende buffercapaciteit te realiseren in de nationale asielsystemen. Hierbij kan gedacht worden aan het inrichten van een structureel EU breed monitoring en evaluatiemechanisme zodat in een vroegtijdig stadium kan worden gesignaleerd of er voldoende flexibiliteit en capaciteit aanwezig is, en welke maatregelen er moeten worden genomen om het asielsysteem zo optimaal mogelijk te laten functioneren: juist onder druk, juist in tijden van crisis.
Dit blog is samengesteld door Ton van Loon en Myrthe Wijnkoop
Lees verder:
https://www.migrationpolicy.org/news/pandemic-lessons-learned-europe-asylum-fading
https://www.icmpd.org/news-centre/news-detail/expert-voice-refuge-in-the-time-of-corona/
https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2020/05/07/maatschappelijke-gevolgen-coronamaatregelen
https://www.easo.europa.eu/news-events/covid-19-could-lead-more-resilient-eu-asylum-procedures