Wist u dat ...? Feiten en ficties over migratie (deel 3)
Nederland heeft relatief weinig kennismigranten
In de aanloop naar de verkiezingen publiceert de adviesraad een blogserie waarin kennis en feiten over migratie worden gepresenteerd. Dit is het derde deel in deze serie. |
Nederland wil een kenniseconomie zijn. Maar we trekken minder kenniswerkers aan dan andere Europese landen. Onder de noemer ‘kenniswerkers’ vallen de kennismigranten, internationale ondernemers, innovatieve start-ups en de internationale studenten. Vooral kenniswerkers uit India, China en uit overig Europa komen naar Nederland. Het CBS becijferde dat het aantal kenniswerkers de afgelopen vijftien jaar is gegroeid van 2,7 naar 4,2 procent van de beroepsbevolking. Maar hiermee staat Nederland, op Finland na, toch onderaan op de Europese lijst als vestigingsplaats voor internationaal talent. Dat is opvallend omdat Nederland, als het gaat om de regelingen omtrent verblijfsvergunningen voor kennismigranten, misschien wel het soepelste en minst ingewikkelde systeem van Europa heeft.
Niet immigratie wet- en regelgeving, maar ‘migratieklimaat’ bepaalt
Hoe kan het dat we relatief weinig kenniswerkers hebben? Het Nederlandse toelatingsbeleid voor kennismigranten mag dan uitnodigend zijn en de dienstverlening via expatcentra te prijzen, toch betekent dit niet dat Nederland aantrekkelijk is voor kennismigranten (SEO, EMN).
Immigratiewet- en regelgeving is blijkbaar niet doorslaggevend. Migranten komen in de eerste plaats niet voor een baan maar voor hun loopbaan. De aantrekkelijke belastingmaatregelen zoals de 30%-regeling blijken belangrijk maar onvoldoende om de aantrekkingskracht van Nederland voor kennismigranten substantieel te vergroten. Onderzoek van de WRR toont aan, dat als we echt aantrekkelijk willen zijn voor kennismigranten er een goede kennisinfrastructuur moet zijn met aandacht voor innovatie en carrièrekansen – ook voor partners.
Ook bepalend voor de keuze van de kennismigranten is de zogenoemde ‘sociale landing’. Wat zijn de mogelijkheden om Nederlands te leren en hoe hoog zijn de kosten voor levensonderhoud en huisvesting? Voor hoger opgeleide migranten is daarnaast de kwaliteit van de verzorgingsstaat, denk aan toegang tot sociale zekerheid, goed onderwijs en gezondheidszorg, een belangrijke factor. Het Nederlandse stelsel is echter, in vergelijking tot andere Europese landen, helemaal niet zo aantrekkelijk. Denk bijvoorbeeld aan de dure kinderopvang en weinig verlofregelingen (SEO).
Het ‘migratieklimaat’ dat in Nederland heerst maakt ons land minder aantrekkelijk. Op papier mogen we dan een uitnodigend beleid hebben voor kennismigranten, maar als er tegelijkertijd negatief over migranten gesproken wordt, dan komt men niet. Ook Indiase ICT-werkers voelen zich minder welkom als er een Polenmeldpunt wordt geopend.
Veel migranten zijn tegenwoordig passanten en vertrekken na verloop van tijd weer uit Nederland (WRR). Van de kennismigranten die in 2009 naar Nederland kwamen is meer dan 80% binnen tien jaar weer vertrokken (CBS). In Nederland verblijft ongeveer 25% van de internationale studenten vijf jaar na afstuderen nog in Nederland (Nuffic). Het is jammer als Nederland investeert in hun opleiding en zij zo snel weer vertrekken. De vraag is of en hoe we het tij kunnen keren? Daarbij zullen we zeker ook rekening moeten houden met nieuwe arbeidsmarktontwikkelingen die ongetwijfeld het gevolg zijn van de corona pandemie.
Aantrekkelijk Nederland
Nederland kan haar aantrekkingskracht vergroten door het belang van buitenlands talent voor de eigen economie positiever en actiever uit te dragen. Kijk bijvoorbeeld hoe Duitsland dit doet. Sinds maart 2020 is bij onze oosterburen een nieuwe immigratiewet van kracht. Die maakt het mogelijk dat vakkrachten van buiten de EU - met een voltooide beroepsopleiding van tenminste twee jaar - onder voorwaarden toegang kunnen krijgen tot de Duitse arbeidsmarkt. Als we die keuze voor het aantrekkelijker maken van Nederland voor kenniswerkers daadwerkelijk willen maken, is het ook van belang dat de verschillende betrokken ministeries zoals SZW, JenV, OCW, en EZK dit gezamenlijk aanpakken. Een beter vestigingsklimaat in Nederland vergt bovenal dat we migratie niet langer als probleem zien, maar als kans.
Dit blog is samengesteld door Ton van Loon en Huub Verbaten