Raad van State: beleid leeftijdsvaststelling gestelde minderjarige is niet onredelijk
De Adviesraad Migratie deed eerder in zijn verkennend onderzoek een aantal suggesties voor een betere balans en meer samenwerking tussen de asielzoeker en de IND bij het vaststellen van de juiste leeftijd. Het onderwerp kwam terug bij een recente uitspraak van de RvS.
De overheid mag er in beginsel van uitgaan dat de leeftijdsregistratie in een andere EU-lidstaat zorgvuldig is gebeurd (interstatelijk vertrouwensbeginsel). De overheid moet nader onderzoek doen, als er twijfel bestaat over de leeftijd van een asielzoeker, bijvoorbeeld omdat de overheid de geboortedatum anders inschat na een zogenoemde leeftijdsschouw. Dat kan door aan andere lidstaten te vragen met welke gegevens de asielzoeker daar staat geregistreerd en welke leeftijdsregistratie zij leidend vinden als een asielzoeker met verschillende geboortedata staat geregistreerd. Een asielzoeker kan een leeftijdsregistratie vervolgens betwisten met concrete aanknopingspunten, zoals officiële documenten waarop zijn pasfoto, geboorteplaats en geboortedatum staan. De leeftijdsregistratie in een andere lidstaat is vaak gebaseerd op enkel de eigen verklaringen van de asielzoeker. In dat licht moet het tegenbewijs van de asielzoeker worden beoordeeld. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt in zijn uitspraak van 2 november 2022 dit beleid van de staatssecretaris niet onredelijk.