Signalering: Koninkrijk en internationale bescherming asielmigranten

De crisis in Venezuela leidt tot toenemende migratie naar Aruba, Curaçao en Bonaire. Wie is er verantwoordelijk voor de bescherming en opvang van deze migranten? Kunnen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden hierin samenwerken? De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) beantwoordt deze vragen in haar signalering ‘Het Koninkrijk en de internationale bescherming van (asiel)migranten. Verdeling van verantwoordelijkheden en mogelijkheden tot samenwerking’. De signalering heeft een informatief karakter en bevat geen aanbevelingen.

Uit het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden volgt dat de landen een grote mate van autonomie hebben in het voeren van een eigen migratiebeleid en hier dus ook in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor zijn. De autonomie wordt begrensd door verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen en door wetten van het Koninkrijk (het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en Rijkswetten). Het Koninkrijk kan als uiterste middel ingrijpen als één van de landen bij de uitvoering van het migratiebeleid internationale regels niet nakomt of de mensenrechten schendt.

Er zijn voldoende mogelijkheden om als landen van het Koninkrijk samen te werken op het gebied van internationale bescherming en migratie. Dit gebeurt ook al op veel terreinen (zoals bijvoorbeeld grenstoezicht en vreemdelingendetentie), maar ten aanzien van internationale bescherming en opvang van migranten is de samenwerking nog van bescheiden omvang. Daarbij valt op dat de inzet van het land Nederland ten aanzien van de internationale bescherming en opvang van migranten in Aruba, Curaçao en Bonaire tot nu toe niet gerelateerd wordt aan de integrale migratieagenda van het kabinet-Rutte III.

Kabinetsreactie aan Tweede Kamer

Staatssecretaris Harbers (Ministerie van Justitie en Veiligheid) heeft op 26 april 2019, op verzoek van de Tweede Kamer, een algemene reactie gegeven op de inhoud van de signalering. De staatssecretaris meldt o.a. aan dat het kabinet de volle aandacht heeft voor de ontwikkelingen in Venezuela en gevolgen voor het Koninkrijk onder andere op het terrein van migratie. De situatie wordt, aldus Harbers als uitermate complex gezien en brengt de nodige uitdagingen met zich mee voor de autoriteiten in de landen. Het kabinet stelt dat de recente bijstandsverzoeken vanuit Aruba en Curaçao de kans bieden om de samenwerking verder te intensiveren en uit te breiden. Van het ACVZ aanbod om advies uit te brengen maakt het kabinet geen gebruik omdat de betreffende informatie reeds bekend is bij de overheidsorganisaties aldus staatssecretaris Harbers.

Minister Knops (Ministerie van Binnenlandse Zaken) heeft aan de Tweede Kamer toezeggingen gedaan tijdens het plenair debat van 23 april 2019 over de crisissituatie in Venezuela en de gevolgen daarvan voor het Koninkrijk. Zie brief van regering d.d. 21 mei 2019 aan de Tweede Kamer en de verzoeken om bijstand van Aruba en Curaçao van februari 2019

In de Voorjaarsnota 2019 van 27 mei 2019 kondigt het kabinet Rutte III aan dat dit jaar 23,8 miljoen euro wordt uitgetrokken om Curaçao en Aruba te helpen bij de opvang van Venezolaanse migranten.

Vragen

Heeft u een vraag? Neem contact op met onze adviseur: Sonja Avontuur.