Uitgelicht: Internationale studenten - de belangrijkste feiten op een rij
Feiten en cijfers over migratie
Internationale studenten dragen bij aan de Nederlandse wetenschap, economie en arbeidsmarkt. Maar de alsmaar groeiende aantallen brengen ook steeds meer uitdagingen met zich mee. Bijvoorbeeld in de toegankelijkheid van het onderwijs voor Nederlandse studenten, de gevolgen voor de financiering van het onderwijs en de extra druk die internationale studenten op huisvesting en voorzieningen leggen. [1] Om de aanhoudende discussie over de internationalisering van het hoger onderwijs inhoudelijk te voeden, zetten we de belangrijkste feiten nog eens op een rij. [2] Hoeveel internationale studenten studeren er in het Nederlands hoger onderwijs? Waar komen zij vandaan? Welke studies volgen ze hier en wat doen ze na hun studie?
[1] Meer balans in internationalisering hoger onderwijs | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
[2] We baseren ons hierbij op eerder onderzoek van het Nuffic en het Centraal Planbureau (CPB):
Facts and figures | Nuffic, Incoming degree mobility in Dutch higher education 2021-2022 | Nuffic, Stayrates of international graduates | Nuffic, De economische effecten van internationalisering in het hoger onderwijs en mbo | CPB.nl
Grootste groei bij universiteiten
In het studiejaar 2021/22 studeerden er 115.000 internationale studenten in het Nederlands hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten). Dat waren er meer dan 3,5 keer zo veel als in het studiejaar 2006/07. 80.000 van hen studeerden aan een universiteit, 35.000 volgden een hoger beroepsopleiding. Het aantal internationale studenten dat aan een Nederlandse hogeschool studeerde is in de periode 2006-2021 bijna verdubbeld. De grootste groei deed zich voor bij de universiteiten: daar werd in diezelfde periode het aantal internationale studenten meer dan zes keer zo groot.
Internationale studenten in het Nederlands hoger onderwijs, 2006-2021
HBO | Universiteit | |
---|---|---|
2006 | 18809 | 12683 |
2007 | 19988 | 14896 |
2008 | 21364 | 17657 |
2009 | 23383 | 20616 |
2010 | 24996 | 23344 |
2011 | 25987 | 26006 |
2012 | 26310 | 27729 |
2013 | 26240 | 29988 |
2014 | 25721 | 32055 |
2015 | 25655 | 36200 |
2016 | 25936 | 41805 |
2017 | 27397 | 47956 |
2018 | 28724 | 55415 |
2019 | 30709 | 61968 |
2020 | 32329 | 70232 |
2021 | 34857 | 80211 |
Figuur 1 - Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: AM)
Driekwart komt uit Europa
In het studiejaar 2021/22 studeerden internationale studenten uit 168 verschillende landen in het Nederlands hoger onderwijs. Bijna driekwart van hen (72,1%, 83.000 studenten) was afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER: de EU plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Iets meer dan een kwart (27,9%, 32.000 studenten) kwam uit een land van buiten de EER.
Sinds 2006 levert Duitsland ieder jaar de meeste internationale studenten. Ook België en China staan sindsdien ieder jaar in de top vijf. Italië is sinds 2014 opgeklommen van de vijfde naar de tweede plek. Roemenië was de sterkste stijger de afgelopen vijftien jaar en stond in 2021 op de derde plek. De top 3 van herkomstlanden bestond in 2021/22 dus geheel uit lidstaten van de EU.
Bron: Nuffic
Populaire studierichtingen
In het studiejaar 2021/22 volgden de meeste internationale studenten aan Nederlandse hogescholen studies op het gebied van economie (15.525), taal en cultuur (6.893) en engineering (6.653). Het aandeel internationale studenten in die studierichtingen betrof respectievelijk 8,6%, 35,6% en 6,6%. Zowel het absolute aantal als het aandeel internationale studenten in de studierichtingen zorg en onderwijs was beperkt, respectievelijk 1.906 (3,3%) en 1.573 (2,5%). [1]
[1] Incoming degree mobility in Dutch higher education 2021-2022 | Nuffic.
Deze blog is gebaseerd op het rapport Realisme rond richtgetallen.
Figuur 3a: Aantallen internationale studenten in studierichtingen aan Nederlandse hogescholen, 2021/22
Aantal internationale studenten | |
---|---|
Economie | 15525 |
Taal en cultuur | 6893 |
Engineering | 6653 |
Gezondheid | 1906 |
Onderwijs | 1573 |
Gedrags- en soc. wet. | 1462 |
Landbouw en natuur | 660 |
Interdisciplinair | 185 |
Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: AM)
Aandeel internationale studenten in studierichtingen aan Nederlandse hogescholen, 2021/22
Aandeel internationale studenten | |
---|---|
Economie | 8,60% |
Taal en cultuur | 35,60% |
Engineering | 6,60% |
Gezondheid | 3,30% |
Onderwijs | 2,50% |
Gedrags- en soc. wet. | 2,60% |
Landbouw en natuur | 5,20% |
Interdisciplinair | 28,20% |
Figuur 3b - Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: AM)
De meeste internationale studenten die in het studiejaar 2021/22 bij Nederlandse universiteiten stonden ingeschreven, volgden studies in gedrags- en sociale wetenschappen (17.676), economie (16.614) en engineering (11.561). Het aandeel internationale studenten in die studierichtingen betrof respectievelijk 27,9%, 31% en 24%. Ook aan universiteiten was het aantal en het aandeel internationale studenten in de studierichtingen zorg en vooral onderwijs beperkt, respectievelijk 3.070 (8,2%) en 57 (3,6%).
Aantallen internationale studenten in studierichtingen aan Nederlandse universiteiten, 2021/22
Aantal internationale studenten | |
---|---|
Gedrags- en soc. wet. | 17676 |
Economie | 16614 |
Engineering | 11561 |
Taal en cultuur | 8544 |
Natuurwetenschappen | 8319 |
Interdisciplinair | 6682 |
Rechten | 4883 |
Gezondheid | 3070 |
Landbouw en natuur | 2805 |
Onderwijs | 57 |
Figuur 4 - Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: AM)
Aandeel internationale studenten in studierichtingen aan Nederlandse universiteiten, 2021/22
Aandeel internationale studenten in studierichting | |
---|---|
Gedrags- en soc. wet. | 27,90% |
Economie | 31% |
Engineering | 24,00% |
Taal en cultuur | 23,70% |
Natuurwetenschappen | 21,30% |
Interdisciplinair | 46,30% |
Rechten | 13,70% |
Gezondheid | 8% |
Landbouw en natuur | 22% |
Onderwijs | 3,60% |
Figuur 4b - Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: Adviesraad Migratie)
Het aantal en het aandeel internationale studenten dat gedrags- en sociale wetenschappen studeert aan Nederlandse universiteiten is aanmerkelijk hoger dan bij Nederlandse hogescholen: 17.676 (aandeel 27,9%) versus 1462 (aandeel 2,6%). Dat houdt waarschijnlijk verband met de taal waarin de opleidingen worden aangeboden. Van alle studierichtingen gedrags- en sociale wetenschappen op universiteiten wordt 74% in de masterfase uitsluitend in het Engels aangeboden (in de bachelorfase 35%).
[1] Ter vergelijking: van de 135 studierichtingen Gedrag en Maatschappij aan hogescholen worden er 5 in het Engels aangeboden (3,7%). [2]
Het aantal en het aandeel internationale studenten dat in Nederland een onderwijs- of zorgopleiding volgt is zowel bij hogescholen als universiteiten beperkt. Ook hiervoor is de taal waarin de opleidingen worden aangeboden waarschijnlijk een belangrijke verklaring. Onderwijsopleidingen aan universiteiten zijn in de bachelorfase uitsluitend in het Nederlands te volgen. Echter, in de masterfase worden alle onderwijsopleidingen zowel in het Nederlands als het Engels aangeboden. Van de zorgopleidingen aan universiteiten wordt 85% in de bachelorfase uitsluitend in het Nederlands aangeboden, terwijl 63% van die opleidingen in de masterfase enkel in het Engels wordt aangeboden. [1] Aan hogescholen is slechts rond de 3% van de onderwijs- en zorgopleidingen in het Engels te volgen. [2]
[1] Taal en opleiding (universiteitenvannederland.nl).
2] Opleidingen - Studiekeuze123.
[1] Taal en opleiding (universiteitenvannederland.nl).
[2] Opleidingen - Studiekeuze123.
Vertrek na de studie
Een jaar na het afronden van hun studie is meer dan de helft van de internationale studenten (54%) uit Nederland vertrokken. Van diegenen die hier dan nog zijn heeft een op de drie betaald werk, doet een op de drie een vervolgopleiding in het hoger onderwijs en is een op de drie werkloos. Na het eerste jaar neemt de vertrekkans geleidelijk af (zie het verloop van de groene lijn in figuur 5): in het tweede jaar daalt de stayrate nog door tot 37% en in het derde jaar tot 31%. Vijf jaar na afstuderen verblijft 24% van de internationale studenten nog in Nederland. Bijna driekwart van hen heeft dan betaald werk, ongeveer 5% volgt dan nog een ho-vervolgstudie en 20% is (nog) niet werkzaam. [1]
[1] Stayrates of international graduates | Nuffic.
Bron: Nuffic (aanpassing opmaak: AM)
Goed voor de schatkist
Uitwisseling via onderwijs is in de eerste plaats natuurlijk waardevol voor studenten zelf: het stelt ze in staat competenties, vaardigheden en talenten te ontwikkelen en ze komen met andere culturen in contact. Dat zijn baten die niet in geld zijn uit te drukken. Daarnaast leveren internationale studenten de Nederlandse schatkist ook veel geld op als ze hier na hun studie blijven wonen en werken. Een wo-student uit een niet-EER-land draagt uiteindelijk gemiddeld € 96.300 bij, een hbo-student uit een niet-EER-land € 68.500. Studenten uit EER-landen hebben een kleinere netto bijdrage: € 5000 voor een hbo-student en € 16.900 voor een wo-student. [1] Dat komt vooral door de hogere stayrate onder studenten uit niet-EER-landen, door het feit dat studenten uit niet-EER-landen geen aanspraak maken op studiefinanciering én het feit dat de Nederlandse overheid voor hun studie geen rijksbijdrage betaalt. Dat de nettobijdrage van studenten met een wo-opleiding (zowel afkomstig uit EER- als uit niet-EER-landen) hoger is dan die van hbo-studenten, komt doordat de eerste groep gemiddeld meer verdient en dus ook meer belasting betaalt en premies afdraagt. [2]
Uitgaande van deze nettobijdragen levert de instroom van internationale studenten in het studiejaar 2021/22 de Nederlandse schatkist uiteindelijk circa 1,5 miljard euro op. Wo-studenten van buiten de EER vormen niet de grootste groep, maar leveren in absolute zin wel het meeste op: bijna 900 miljoen euro. Ook wo-studenten uit EER-landen (de grootste groep) dragen met 370 miljoen euro veel bij aan de Nederlandse schatkist. Hbo-studenten uit EER-landen leveren met iets minder dan 39 miljoen euro absoluut gezien het minst op. [3]
[1] De economische effecten van internationalisering in het hoger onderwijs en mbo | CPB.nl
[2] Stayrates of international graduates | Nuffic, pp. 23-24.
[3] Idem, pp. 23-25.
Figuur 6 - Nettobijdrage op individueel niveau en het geaggregeerde effect voor de instroom van internationale studenten in het studiejaar 2021/22
Student uit EER-land | Student uit niet-EER-land | Totaal | |||
---|---|---|---|---|---|
Hbo | Wo | Hbo | Wo | ||
Instroom hoger onderwijs 2021-22 | 7721 | 22084 | 2820 | 9317 | 41942 |
Nettobijdrage over levensloop (x €1000) | 5 | 16,9 | 68,5 | 96,3 | n.v.t. |
Geaggregeerde effecten (x €1000) | € 38.605 | € 373.220 | € 193.170 | € 897.227 | € 1.502.222 |
Bron: Nuffic, CPB (aanpassing opmaak: AM)