Beeld: ©Rijksoverheid

Advies over Besluit en Regeling ter uitvoering van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

Met de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen krijgen gemeenten een expliciete wettelijke taak om het opvangen van asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in gemeenten mogelijk te maken. Ook wordt hiermee beoogd de opvangvoorzieningen evenwichtiger over gemeenten te verdelen. Op die manier moet een duurzaam en stabiel opvangstelsel vorm krijgen waarmee crisisnoodopvang zo veel mogelijk wordt voorkomen.

De adviesraad heeft eerder kritisch geadviseerd over dit wetsvoorstel dat nog moet worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer.

Inhoud

Dit advies gaat over het concept Besluit gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvang-voorzieningen (hierna: het besluit) en de concept Regeling specifieke uitkeringen Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (hierna: de regeling).

In het besluit worden de volgende zaken uit het wetsvoorstel uitgewerkt:

  • De manier waarop de capaciteitsraming van de benodigde opvangplaatsen tot stand komt
  • De verdeling van de vereiste opvangvoorzieningen over provincies en gemeenten
  • De minimale omvang van duurzame opvangvoorzieningen
  • De voorwaarden waaronder gemeenten zelfstandig opvangvoorzieningen kunnen exploiteren.

De regeling bevat nadere regels over de specifieke uitkeringen die gemeenten en provincies op basis van de wet en het besluit kunnen ontvangen voor het aanbieden van opvangplaatsen.

De adviesraad bepleit een beter uitvoerbaar alternatief: het loslaten van de tweefasensystematiek en analoog aan de bestaande wettelijke systematiek voor het huisvesten van statushouders, ieder jaar op een vast moment een wettelijke opvangtaakstelling voor alle gemeenten vast te stellen, naar rato van het inwoneraantal.

Dat geeft direct duidelijkheid over de taakstelling, is eenvoudig en transparant en spreekt daadwerkelijk de onderlinge solidariteit tussen gemeenten aan, omdat iedere gemeente moet meedoen. Dat kan werken als gemeenten de ruimte krijgen om te bepalen hoe zij die opvangvoorzieningen samen met andere gemeenten in de regio zo kunnen realiseren dat ze goed zijn ingebed in de lokale samenleving. Dit is cruciaal voor het maatschappelijk draagvlak voor de opvang.  

De adviesraad doet in dit advies voorts de volgende aanbevelingen:

  • Zie af van het invoeren van de systematiek van financiële verstrekkingen;
  • Specificeer alsnog in het besluit wat de minimale omvang van verspreide reguliere opvangplaatsen moet zijn om deze nog doelmatig te kunnen laten gebruiken door de organisaties in de migratieketen en betrek daarbij de vraag in hoeverre lokale omstandigheden daar een rol van betekenis in kunnen spelen;
  • Als wordt vastgehouden aan de systematiek van financiële verstrekkingen, zie dan af van indiening van het voorstel zo lang onbekend is aan welke omvangseisen voldaan moet zijn om voor de uitkeringen voor opvangplaatsen van bijzondere aard in aanmerking te komen;
  • Zorg ervoor dat vóór de inwerkingtreding van de wet zowel de minimumvoorwaarden voor het bieden van materiële opvangvoorzieningen uit de Opvangrichtlijn, als de immateriële aspecten waaraan de opvang moet voldoen, voor alle partijen die verantwoordelijk voor de opvang zijn of kunnen worden, volledig en op duidelijke wijze in een ministeriële regeling worden vastgelegd;
  • Implementeer de artikelen 23, eerste lid en 26 van de Opvangrichtlijn in nationale regelgeving.

Vragen

Heeft u vragen over dit advies? Neem dan contact op met David de Jong